Al zo’n vijf eeuwen maken doopsgezinden deel uit van de geschiedenis van Haarlem. Ooit werden zij als ‘ketters’ veroordeeld en eindigden zij op de brandstapel op de Grote Markt, later leverden zij een grote bijdrage aan de stad, onder meer op sociaal-maatschappelijk gebied. Tot op de dag van vandaag is dat het geval. De onlangs geopende Haarlemse Doopsgezinde Tijdlijn neemt bezoekers in vogelvlucht mee langs vijf eeuwen doopsgezinden in Haarlem.
Ieder figuur in de tijdlijn staat symbool voor een tijdsperiode in de (doopsgezinde) geschiedenis in Haarlem. Zo representeert Pieter Teyler van der Hulst, naamgever van onder meer het museum, de 18e eeuw en de Verlichting. Terwijl ‘zuster Schellingerhout’ symbool staat voor de 20e eeuw, waarin de doopsgezinde gemeente veel oog had voor de zorg voor de zwakkeren in de samenleving (onder meer weduwen, wezen en zieken). Andere figuren in de tijdlijn zijn de martelaar Joriaen Simons die streed voor geloofsvrijheid (16e eeuw), schilder en architect Jan de Bray (17e eeuw) en Jansje van Goor (19e eeuw), een verstandelijk beperkt meisje naar wie cadeauwinkel en lunchroom ‘De Wereld van Jansje’ is genoemd.
Meer over de Haarlemse Doopsgezinde Tijdlijn en de historische figuren is te vinden in deze digitale brochure. Ook zijn de diverse verhalen in het Nederlands én in het Engels te beluisteren via Soundcloud.
Het idee voor de Haarlemse Doopsgezinde Tijdlijn ontstond toen een oude ingang van het in 1683 gerealiseerde kerkgebouw werd herontdekt. Die ingang, uit 1717 en bereikbaar door een poort in de Frankestraat, is al jaren niet meer in gebruik. Het is echter de enige plek waarop goed zicht is op de door Jan de Bray ontworpen kerk. Met het openstellen van De Poort en de realisatie van de Haarlemse Doopsgezinde Tijdlijn wil Doopsgezind Haarlem verbinding leggen tussen verleden, heden en toekomst.